Etnografische collectie
Het museum heeft een verzameling van 1071 etnografische objecten. Etnografie of volkenkunde beschrijft en bestudeert de cultuur en manier van leven van samenlevingen. Opmerkelijk in de collectie van De wereld van Kina is een verzameling van 162 gebruiksvoorwerpen (kammen, sieraden, messen, aarden potjes, muziekinstrumenten) van de Banyangastam uit Wanianga Kivu. De objecten werden verzameld door professor emeritus Daniel P. Biebuyck. Als professor Antropologie is hij een autoriteit wat betreft Centraal-Afrika. De collectie werd aan het museum geschonken door de heer Rogghé. Naast een bonte verzameling etnografisch materiaal bevat de verzameling ook een uitgebreide collectie wapens. Deze laatste vormen interessant studiemateriaal.
Muziekinstrumenten
Dit instrument bespeel je met je duimen: het is een duimpiano. Een andere naam is lamellofoon. Een typisch Afrikaans instrument. De dunne strookjes (lamellen) metaal of riet zitten vast aan een klankkast. Je doet ze trillen met de duimen van je twee handen, dat maakt een heel leuk geluid.
Neksteunen
Neksteunen werden in Afrika al door de farao’s gebruikt om te slapen. Ze ondersteunen je hoofd of nek als je op je rug of zij slaapt. Een handig hoofdkussen dat er ook voor zorgt dat je kunstige kapsel niet wordt platgedrukt. Neksteunen worden uit één stuk hout gemaakt. Soms zien ze er heel eenvoudig uit en soms zijn ze heel mooi versierd met geometrische vormen.
De geheimen van de nkisi
Een nkisi is een kracht of geest uit de onzichtbare dodenwereld die in een voorwerp woont. Meest bekend zijn beelden van mensen. Maar het kunnen ook andere dingen zijn: schelpen, kalebassen, potten, vezelbundels of kistjes. Een nkisi krijgt kracht door de krachtstoffen die je hem geeft. Zonder deze magische stoffen is de nkisi een dood ding. Met de juiste rituelen kunnen de mensen de nkisi controleren. Dat is belangrijk, want wie een nkisi aan z’n zijde heeft, is beschermd tegen onheil en kent voorspoed en geluk. Het komt er natuurlijk op aan de nkisi vrolijk te stemmen en hem niet boos te maken.